Myocastor coypus
Anders dan de naam doet vermoeden, is de beverrat geen familie van de bever én geen familie van de rat.
De beverrat wordt ook wel ‘nutria’ genoemd, hetgeen eigenlijk ‘visotter’ betekent. Het zijn uitstekende zwemmers en ze kunnen wel vijf minuten onder water blijven. Hoewel ze aan land een plompe, onbeholpen indruk maken, kunnen ze op korte afstand hard lopen en zelfs springen.
In het algemeen leven beverratten in paren of in grotere kolonies. Ze blijven het liefst dicht bij water, graven in de oever holen, of bouwen overdekte rietnesten aan land of in ondiep water.
Voedsel
Vooral plantaardig voedsel, zoals riet en waterplanten en landbouwgewassen.
Ook mosselen en slakken eten ze graag.
Voortplanting
Wilde beverratten paren vooral in het najaar, maar in gevangenschap krijgen sommige vrouwtjes het hele jaar door jongen. De dracht is 128 -132 dagen en er worden meestal vijf of zes jongen geboren. De jongen zijn bij de geboorte helemaal behaard en ze kunnen horen en zien. De moeder zoogt vaak in het water, de jongen zwemmen meteen na de geboorte. Ze heeft tepels die hoog op de zij zitten, zodat ze net boven het water uitsteken als ze in het water ligt.
Leefgebied
De beverrat komt van oorsprong uit het midden en zuiden van Zuid-Amerika. Tegenwoordig komen ze ook in Europa en Noord-Amerika voor, waarschijnlijk doordat ontsnapte en vrijgelaten dieren zich voortgeplant hebben