Padda oryzivora
Een volwassen rijstvogel is 13 tot 14 centimeter groot en heeft een opvallend, rood/oranje snaveltje. Het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes is op het eerste gezicht slecht te zien, hoewel de mannen vaak een wat grotere en rodere snavel hebben. Als men de vogels wat langer observeert, kunnen mannetjes wel herkend worden: zij zingen namelijk wel en de vrouwtjes niet.
Voedsel
Rijstvogels eten bij voorkeur verschillende soorten zaden, maar lusten ook insecten.
Voortplanting
Bij rijstvogels is vooral het mannetje verantwoordelijk voor de bouw van het nest, waar het vrouwtje dan vier tot zes kleine, witte eitjes in legt. Zowel het mannetje als het vrouwtje bebroedt de eieren, en al na 13 dagen komen de jongen uit. Beide ouders voeren ze met zaden en insecten. Als de jongen zo’n 30 dagen oud zijn verlaten ze het nest, maar de ouders blijven ze nog ongeveer twee weken bijvoeren voordat ze helemaal zelfstandig zijn.
Leefgebied
Vanuit het oorspronkelijke leefgebied op Java en Bali is deze prachtvink door mensen versleept naar veel andere gebieden. Zo komt de rijstvogel nu bijvoorbeeld ook voor in zuidoost Azië, Hawaï en langs de kust van oost Afrika.